Kenniscentrum Repatriëring

Het projectvoorstel is uitgewerkt en afgerond en de boot- en passagierslijsten zijn geïnventariseerd. Het doel van het Kenniscentrum Repatriëring is om alle passagierslijsten van Indische-Nederlanders die naar Nederland vertrokken voor het eerst op één centrale plek te ontsluiten, zodat er een voor iedereen toegankelijke zoekmachine ontstaat die een schat aan gegevens herbergt. 

Historica, onderzoeker en Indisch erfgoed specialist Margaret Leidelmeijer werkt momenteel aan dit door het IHC geïnitieerde belangrijke project. Drie vragen aan Margaret.

Kun je iets meer vertellen over het Kenniscentrum Repatriëring?

Margaret: ‘Het projectvoorstel en een eerste verkenning liggen er. We zijn nu in de fase dat we bezig zijn met fondsenwerving. Daarna hopen we van start te kunnen gaan. Behalve het ontsluiten en digitaliseren van de passagierslijsten om die voor iedereen doorzoekbaar te maken, zal via het Kenniscentrum ook veel informatie te vinden zijn over de repatriëring zelf. Die willen we visueel verbeelden aan de hand van wereldkaarten, historisch filmmateriaal, foto’s, archieven en persoonlijke verhalen. Hoe zagen die boten vol repatrianten die na de oorlog vanuit het voormalig Nederlands-Indië naar Nederland kwamen eruit, hoeveel mensen voeren er mee en hoe was het leven aan boord? Dat willen we laten zien, die geschiedenis willen we onder de aandacht brengen en laten (voort)leven.’ 

Hoe moeten we ons die passagierslijsten voorstellen?

‘Het eerste schip vertrok in december 1945. Daarna kwamen repatrianten, afhankelijk van de politieke situatie in Indonesië, in golven naar Nederland tot de laatste boot in 1967. Het zijn de lijsten met namen van de passagiers die meevoeren op de boten van bijvoorbeeld de Rotterdamse Lloyd of de Stoomvaart Maatschappij Nederland. We hebben nog niet alle lijsten kunnen traceren. Er zijn in totaal ruim 1600 vaarten geweest. Het ontsluiten van deze gegevens is een hele klus. We denken dat er destijds zo’n 330.000 mensen naar Nederland gekomen zijn, maar dat weten we niet zeker. Het kunnen er ook veel meer zijn. De passagierslijsten van al die vaarten liggen verspreid in onder meer de archieven van Het Rode Kruis, het Nationaal Archief, het Stadsarchief Rotterdam en de Indische Genealogische Vereniging. Het leeuwendeel hebben we kunnen traceren, mede dankzij de inspanningen van deskundigen als Herman van Oosten en Henk Beekhuis die al veel informatie over vaarten geïnventariseerd en verzameld hebben, maar het is nog niet compleet. Die lijsten zien er fysiek heel verschillend uit: sommige bestaan uit grote vellen papier met namen van wel 1000 evacués. En soms is het niet meer dan een rijtje namen op een getypt A4-tje.’ 

Waarom is dit project belangrijk?

‘Die lijsten kunnen inzicht geven in het proces van repatriëring en leveren grote hoeveelheden data. Die data kan weer gebruikt worden voor onderzoek. Door wetenschappers en historici, maar ook door mensen zoals jij en ik die in hun eigen familiegeschiedenis willen duiken. Bijvoorbeeld als je als tweede of derde generatie wilt achterhalen wanneer je (groot)ouders nou eigenlijk precies naar Nederland gekomen zijn, en met welke boot. Als je dat niet meer kunt vragen, of juist als je meer wilt weten naar aanleiding van familieverhalen, kan de informatie van het Kenniscentrum Repatriëring een stukje van de legpuzzel compleet maken.’

U bent hier